Provinces+Of+The+Netherlands.gif

EEN FORUM VOOR U, heeft u een mening of een maatschappelijk onderwerp voor velen van belang, laat het ons eens weten? Dank! 

Kijkt u ook even of het onderwerp er mogelijk al ergens bij staat of in een andere rubriek?

TOP 12 ONDERWERPEN: d.d. november 2013

1. Osama Bin Laden dood                       5140 views

2. ING Bank, meer klachten over             2366

3. Incassobureaus onrechtmatig                 2179

4. Huren 120 euro omhoog                       1943

5. Pinnen bij parkeerautomaten                  1921                                              

6. NASA houdt speciale persconferentie    1873

7. Dode Alien gevonden in Rusland?           1844

8. Goede feestdagen voor 2011                  1767

9. Even berichtje voor de leden                   1758

10. Limonade voor soep                              1756

11. hallo Djekay en Tip Undercover in N     1739                                                  

12. Dure benzines – brandstoffen prijzen        513

 

1600 keer bekeken

INDIE, MOLUKKEN ETC. 'Indieslachtoffers lopen miljoenen mis'

  • woensdag 07 december 2022 @ 00:12
    #13
    reactie op (#12) herman_dad

    Goedemorgen, KONING WILLEM-ALEXANDER LAAT EEN DIEPGAAND HISTORISCH ONDERZOEK INSTELLEN NAAR DE ROL VAN HET KONINGSHUIS EN LEDEN toen, in het slavernijverleden maar ook in andere koloniale vroegere zaken. Zodat er duidelijkheid komt na vele vragen. Ook in andere landen met een Koningshuis nog zoals Belgie, Engeland, waren de toenmalige vorsten niet altijd 'van alle blaam gezuiverd', maar zeker het was ook 'die tijd'. Toch goed...? Het onderzoek gaat wel een drie jaar duren. Zie voorgaande berichten!

    Zie en lees verder art. van NOS-NIEUWS Twitter (bron)

    UPDATE 16-01-23 09.00 uur:

    UPDATE 07-12-22 17.00 uur: Ook met parlement/politiek in Suriname is niet gecommuniceerd over de datum en verdere handelingen omtrent?

    -----------------------------------------------------------------------------------------------------------------

    ANP   NOS Nieuws•Gisteren, 16:25•Aangepast gisteren, 16:56

    Koning laat onderzoek doen naar rol Oranjes in koloniaal verleden

    Koning Willem-Alexander laat een onafhankelijk onderzoek doen naar de rol van zijn eigen familie in de koloniale geschiedenis. Volgens de Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) gaat het onderzoek drie jaar duren en wordt het gedaan door de universiteit Leiden.

    Een commissie onder leiding van oud-hoogleraar koloniale geschiedenis Gert Oostindie zal het onderzoek begeleiden. Die commissie kiest en benoemt ook de onderzoekers. Het onderzoek omvat de periode van de late zestiende eeuw tot aan het postkoloniale heden.

    "Diepgaande kennis van het verleden is essentieel om historische feiten en ontwikkelingen te kunnen begrijpen en de impact daarvan op mensen en gemeenschappen zo scherp en eerlijk mogelijk onder ogen te kunnen zien", zegt de koning. "Ik vind het belangrijk dat deze kennis ook beschikbaar komt ten aanzien van de rol van het Huis Oranje-Nassau in de koloniale geschiedenis. Dit dient te gebeuren op basis van grondig, kritisch en onafhankelijk onderzoek, waartoe ik opdracht heb gegeven."

    Voorouders koning waarschijnlijk slavenhouders

    Wetenschapper Oostindie hield zich al eerder bezig met de rol van de familie Oranje-Nassau in de koloniale geschiedenis. Hij schreef er een boek over onder de titel De parels en de kroon.

    Voorouders van de koning hadden naar alle waarschijnlijkheid zelf slaven en ze waren via de West-Indische Compagnie ook betrokken bij de trans-Atlantische slavenhandel. Ook zouden de Oranjes hebben geprofiteerd van de geldstromen uit het voormalig Nederlands-Indië.

    Excuses slavernijverleden

    De aankondiging van het onderzoek naar de rol van het koningshuis in het koloniale verleden komt kort voordat het kabinet officieel excuses zal aanbieden voor het Nederlands slavernijverleden. Dat staat gepland voor 19 december.

    Die verontschuldigingen zullen worden aangeboden door verschillende leden van het kabinet, in Nederland, Suriname en de eilanden van Caribisch Nederland.

    Vanuit de voormalige koloniën wordt daarop met instemming gereageerd, maar er is ook kritiek. Sommigen vinden dat niet het kabinet, maar juist de koning als staatshoofd de excuses zou moeten aanbieden.

    Objecten

    Vorige maand maakte de RVD bekend dat er een onafhankelijk onderzoek komt naar de herkomst van koloniale objecten in de verzamelingen van het Koninklijk Huis. Een speciale commissie gaat daarvoor naar schatting 10.000 objecten bekijken, van schilderijen tot handschriften en foto's.

    Uit de studie moet blijken of die voorwerpen wel rechtmatig in eigendom zijn van de Oranjes.

    Gewijzigd op 2023-01-15 08:25:18
    handtekeningafbeelding
  • zondag 14 augustus 2022 @ 00:23
    #12
    reactie op (#11) herman_dad

    Goedemorgen, DE NEDERLANDSE OVERHEID EN KONINGSHUIS PROFITEERDEN VAN DE 'BORDELEN EN TROOSTMEISJES' in de 2e Wereldoorlog in Indie? Tijdens de oorlog werden Nederlands-Indische vrouwen gedwongen door de Japanners en het geld daarbij ging naar 2 Nederlands-Indische Banken en die zijn na de oorlog opgeheven en dat geld ging weer naar de Staat en uiteindelijk toenmalige leden Koningshuis, via een constructie. Maar onduidelijk of ook iedereen wist wáár dat geld uiteindelijk vandaan kwam?   

    Zie en lees verder art. van NOS-NIEUWS Twitter (bron)

    UPDATE 03-09-22 22.00 uur: 

    UPDATE 16-08-22 09.00 uur: Herdenking einde van de 2e W.O, en Indie....

    AFP   NOS Nieuws•Gisteren, 10:44

    'Staat en Koninklijk Huis profiteerden van dwangbordelen Nederlands-Indië'

    Het Koninklijk Huis en de Nederlandse staat hebben geprofiteerd van de opbrengsten uit Japanse dwangbordelen in Nederlands-Indië. Dat schrijft Follow The Money (FTM) op basis van eigen onderzoek. Het onderzoeksjournalistieke platform schat dat het omgerekend naar de huidige tijd gaat om 156,5 miljoen euro.

    Tussen 1942 en 1945 werden 70.000 vrouwen, ook wel 'troostmeisjes' genoemd, tijdens de Japanse bezetting van Nederlands-Indië onder dwang aan het werk gezet in bordelen. Japan gebruikte het geld om de oorlog te financieren. Het geld werd dagelijks gestort bij twee oorlogsbanken in Nederlands-Indië: de Bank of Taiwan en de Yokohama Specie Bank.

    De Nederlandsche Handel-Maatschappij (NHM) heeft volgens FTM van het stoppen van die banken geprofiteerd. Het onderzoeksplatform zegt dat het "met een conservatieve schatting" (alleen de stortingen van de laatste drie maanden voordat Japan capituleerde) gaat het om 25,76 miljoen gulden. Geïndexeerd over de periode 1945-2021 komt dat neer op ruim 156,5 miljoen euro".

    Niet kunnen verifiëren

    De Nederlandse staat en het Koninklijk Huis waren grootaandeelhouders van de NHM. Koning Willem I bezat 4000 aandelen. Die gingen vervolgens naar prinses Wilhelmina, koningin Juliana, prins Bernhard en de prinsessen Beatrix, Irene, Margriet en Christina. Het dividend per aandeel is destijds bij uitzondering onbelast uitgekeerd.

    De Rijksvoorlichtingsdienst laat aan de NOS weten niet te kunnen verifiëren wat er met het bordeelgeld is gebeurd.

    Gewijzigd op 2022-09-03 22:06:01
    handtekeningafbeelding
  • maandag 21 februari 2022 @ 00:19
    #11
    reactie op (#10) herman_dad

    Goedemorgen, vervolg vorige art.: ONDERZOEK INDIE: FEITELIJK WAREN HET OORLOGSMISDADEN stelt ook de onderzoeksleider zelf. Een deel van het leger had zich destijds schuldig gemaakt aan buitengerechtelijke executies, marteling en brandstichting van dorpen. De onderzoekers concludeerden dat politiek Den Haag dit structurele geweld door militairen stilzwijgend goedkeurde.

    Echter DIT nieuws zal in de media minder aandacht gaan krijgen, HERHALING vorige: Maar zal mogelijk weer ondergesneeuwd worden door andere stormen, letterlijk vandaag (nog) maar ook de situatie in Oost-Europa van dit moment? Zie ook Bedreigingen Wereldvrede in het forum Maatschappelijke Belangen Info.... 

    Zie en lees verder art. van NOS-NIEUWS Twitter (bron)

    UPDATE 12-06-22 09.00 uur: 

    NOS NIEUWS • BINNENLAND •BUITENLAND • VANDAAG, 15:49

    Indonesië-onderzoeksleider: 'We hadden moeten spreken van oorlogsmisdaden'

    Onderzoeksleider Frank van Vree tijdens de presentatie van het rapport ANP

    In het omvangrijke rapport over het Nederlandse geweld tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog had toch de term oorlogsmisdaden moeten worden gebruikt, vindt de onderzoeksleider bij nader inzien. "We hadden denk ik moeten zeggen: extreem geweld inclusief oorlogsmisdaden", zei onderzoeksleider Frank van Vree in radioprogramma OVT.

    Het uitblijven van die term in het rapport leidde deze week tot kritiek. De bewering dat de kwalificatie om politieke redenen niet werd gebruikt, doet Van Vree af als onzin. "Maar we hebben achteraf gezien misschien wel onderschat dat dit zo zou worden uitgelicht", zei de NIOD-onderzoeker.

    Erkenning dat er tussen 1945 en 1950 oorlogsmisdaden zijn gepleegd door Nederlandse militairen, daar hadden nabestaanden van de Indonesische slachtoffers op gehoopt. Dat deze kwalificatie ontbrak in het eindrapport zag het Comité Nederlandse Ereschulden als een nieuwe poging van de Nederlandse staat om glad te strijken wat er gebeurd is.

    Marteling en executies

    Een deel van het leger had zich destijds schuldig gemaakt aan buitengerechtelijke executies, marteling en brandstichting van dorpen. De onderzoekers concludeerden dat politiek Den Haag dit structurele geweld door militairen stilzwijgend goedkeurde.

    Premier Rutte bood deze week zijn excuses aan voor "het stelselmatige en wijdverbreide extreme geweld:"

    1:06 Zie video in oorspronkelijke artikel

    Rutte: diepe excuses aan bevolking van Indonesië

    Volgens premier Rutte is het ruim vijftig jaar oude kabinetsstandpunt dat "geweldsontsporingen" wel plaatsvonden, maar een uitzondering waren, niet meer houdbaar.

    Juist omdat de Nederlandse overheid altijd vasthield aan de overtuiging dat er alleen maar sprake was van incidenten en niet van oorlogsmisdaden, is het volgens onderzoeksjournalist en jurist Maurice Swirc zo'n belangrijk punt." Al sinds de jaren 60 mocht het nooit zo heten. Daarom was het juist goed geweest als er tijdens de rapportpresentatie meer nadruk op was gelegd", zei hij in OVT.

    Swirc legde ook uit dat de Verjaringswet van 1971 speciaal vanuit Den Haag was ingericht om te voorkomen dat oud-Indonesiëstrijders konden worden berecht voor daar gepleegde oorlogsmisdrijven.

    Afweging onderzoekers

    In het radioprogramma gaf onderzoeksleider Van Vree een toelichting over de afwegingen rondom de term oorlogsmisdaden. De onderzoekers wilden zich volgens hem niet puur richten op de gevallen waarin juridisch gezien sprake was van oorlogsmisdaden, maar het hele spectrum van geweld blootleggen.

    "Neem bijvoorbeeld de overkill-situaties waarin duizend aanvallende Indonesische strijders werden weggemaaid met mitrailleurs", aldus Van Vree. "Dat is officieel geen oorlogsmisdaad. Wat wij hebben willen aangeven met die term extreem geweld is het continuum van evidente oorlogsmisdaden tot aan alle vormen van geweld die onderdeel uitmaakten van koloniale oorlogsvoering."

    In dezelfde uitzending pleitte D66-Kamerlid Sjoerd Sjoerdsma voor het formeel erkennen van 17 augustus 1945 als de onafhankelijkheidsdatum van Indonesië. Nederland houdt nu nog officieel vast aan 27 december 1949 als de datum van de soevereiniteitsoverdracht.

    "Het land wacht al 77 jaar op zo'n erkenning", zei Sjoerdsma. Hij riep ook op tot eerherstel voor de ruim 5000 Nederlandse dienstweigeraars destijds. Premier Rutte zei deze week dat hij dat niet van plan is.

    In deze video vertellen ooggetuigen en nabestaanden wat er gebeurde tijdens de onafhankelijkheidsoorlog:

    5:16 Zie video in oorspronkelijke artikel

    De strijd in Indonesië, zij maakten het van dichtbij mee

    BEKIJK OOK

    Deel dit artikel:

    Gewijzigd op 2022-06-12 07:42:57
    handtekeningafbeelding
  • vrijdag 18 februari 2022 @ 00:20
    #10
    reactie op (#9) herman_dad

    Goedemorgen, vervolg vorige art.: ONDERZOEK INDIE: PREMIER RUTTE BIEDT EXCUSES AAN en verder nieuws over deze nu even nationale maatschappelijke zeer grote schandvlek in de geschiedenis. Maar zal mogelijk weer ondergesneeuwd worden door andere stormen, letterlijk vandaag maar ook de situatie in Europa van dit moment?  

    Zie en lees verder art. van NOS-NIEUWS Twitter (bron)

    NOS NIEUWS • BINNENLAND •POLITIEK • VANDAAG, 14:29 • AANGEPAST VANDAAG, 15:14

    Rutte: diepe excuses voor structureel geweld in Indonesië

    NOS

    Premier Rutte biedt naar aanleiding van het rapport over geweld tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog "diepe excuses" aan aan de bevolking van Indonesië. Hij voegt daaraan ook excuses toe aan iedereen in ons land die werd geraakt door het geweld.

    "Voor het stelselmatige en wijdverbreide extreme geweld van Nederlandse zijde in die jaren en het consequent wegkijken door vorige kabinetten maak ik vandaag diepe excuses aan de bevolking van Indonesië. Vandaag moeten we bovendien constateren dat excuses op hun plaats zijn voor iedereen in ons land die met de gevolgen van de koloniale oorlog in Indonesië heeft moeten leven.

    Rutte sprak in Brussel waar hij is voor EU-overleg:

    1:06  Zie video in oorspronkelijke artikel

    Rutte: Diepe excuses aan bevolking van Indonesië

    Rutte zegt dat de verantwoordelijkheid voor deze "zwarte bladzijde" niet bij individuele militairen ligt, "die slecht voorbereid op een onmogelijke missie werden gestuurd". Hij wijst de instanties aan die het institutionele geweld mogelijk maakten: de Nederlandse regering, het parlement, de krijgsmacht en de juridische macht. Hij spreekt van een collectief falen.

    "De heersende cultuur was er een van wegkijken, afschuiven en een misplaatst koloniaal superioriteitsgevoel. Dat is, zelfs na zoveel jaren, een pijnlijke constatering."

    Deze excuses zijn wat ze zijn: voluit de erkenning dat wij met z'n allen gefaald hebben.

    Premier Rutte

    De premier gaat verder dan de excuses die koning Willem-Alexander in 2020 al aanbood. Op staatsbezoek in Jakarta sprak die toen over "geweldsontsporingen", in lijn met het kabinetsstandpunt dat geweld wel was voorgekomen, maar een uitzondering was.

    Rutte erkent dat die lijn, die opeenvolgende Nederlandse kabinetten sinds 1969 aanhielden, niet meer houdbaar is. Volgens is "een verdere precisering" van die woorden nodig nu is vastgesteld dat geweld stelselmatig en wijdverbreid was.

    Gevraagd of de excuses ook betekenen dat meer groepen aanspraak kunnen maken op herstelbetalingen, verwees Rutte naar de bestaande regelingen voor nabestaanden maar kondigde geen nieuwe aan. "Deze excuses zijn wat ze zijn: voluit de erkenning dat wij met z'n allen gefaald hebben."

    Rutte kondigde ook geen nieuw standpunt aan over eerherstel voor de dienstweigeraars van destijds. Volgens hem is het lastig om daar in algemene zin uitspraken over te doen, omdat de verschillende omstandigheden van elk geval niet precies zijn vast te stellen.

    Vanavond praat Winfried Baijens in het programma De strijd om Indonesië op NPO 2 (22.20 - 22.50 uur) met onderzoekers over de uitkomsten van het rapport dekolonisatie Indonesië. Verder zijn er reportages, onder meer uit Payakumbuh op West-Sumatra, waar Nederlandse soldaten in 1949 tientallen mensen doodschoten.

    BEKIJK OOK

    Deel dit artikel:

    handtekeningafbeelding
  • donderdag 17 februari 2022 @ 00:18
    #9
    reactie op (#8) herman_dad

    Goedemorgen,  vervolg vorige art.: ONDERZOEK INDIE: NEDERLAND PASTE EXTREEM GEWELD TOE, STRUCTUREEL EN 'DEN HAAG' WAS DAARVAN OP DE HOOGTE en deed niets.... Het waren niet slechts énkele incidenten, exsessen.  Een zeer grote zwarte bladzijde in de geschiedenis, maar de nu nog levenden uit die tijd willen eer ook nu nog liever niet over praten? Politiek gevolg BIJ EN VOOR DEZE GROOTSTE intermenselijke en juridische, politieke dwalingen, ook nu nog?

    Zie en lees verder art. van NOS-NIEUWS Twitter (bron)

    NOS NIEUWS • BINNENLAND •BUITENLAND • VANDAAG, 21:32 • AANGEPAST VANDAAG, 22:35

    'Nederland gebruikte structureel extreem geweld in Indonesië, Den Haag keek weg'

    Artilleristen van de Mariniersbrigade vuren brisantgranaten af uit een 25-ponder tijdens een actie in Tanjungsari, Oost-Java, begin 1947. NIMH

    Nederland heeft tijdens de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog structureel excessief geweld gebruikt, en politiek Den Haag keurde dat stilzwijgend goed. Tot deze conclusie komen de wetenschappers die sinds 2017 op verzoek van de Nederlandse overheid onderzoek hebben gedaan naar de aard en de oorzaak van het geweld in de voormalige kolonie.

    "Het onderzoek heeft uitgewezen dat het overgrote deel van de verantwoordelijken aan Nederlandse kant - politici, officieren, ambtenaren, rechters en andere betrokkenen - wel degelijk kennis had of kon hebben van het stelselmatig gebruik van extreem geweld", schrijven de onderzoekers in een persbericht. "Op alle niveaus was er bereidheid de geschreven en ongeschreven rechtsregels en het eigen rechtsgevoel opzij te zetten."

    "Het beeld dat oprijst is dat van een koloniale oorlog die steeds grimmiger en verbetener werd gevoerd en ook letterlijk allesbeheersend werd. Het behalen van een militaire overwinning werd maatgevend, naast het beperkt houden van eigen verliezen."

    De conclusie staat haaks op de lijn die het kabinet sinds 1969 aanhoudt, dat slechts bij uitzondering extreem geweld was gebruikt. Morgen wordt het onderzoeksrapport officieel gepresenteerd. Premier Rutte komt naar verwachting daarna met een eerste reactie.

    Koloniale houding

    Het onderzoek richt zich op de periode tussen 1945 en 1950. Meteen na het einde van de Tweede Wereldoorlog hadden Indonesische nationalisten zich onafhankelijk verklaard terwijl Nederland al in 1942 had besloten om direct na de oorlog troepen te sturen om de kolonie weer in het gareel te brengen.

    Volgens de onderzoekers was het een onmogelijke taak om zo'n groot gebied met te weinig manschappen te controleren, waardoor het leger al snel zijn toevlucht nam tot extreem geweld. In het rapport wordt gesproken over buitenrechtelijke executies, martelingen, willekeurige massa-arrestaties, brandstichting van dorpen en een gebrek aan aandacht voor slachtoffers onder de burgerbevolking.

    Beide partijen in het conflict maakten zich schuldig aan excessief geweld, maar het Nederlandse militaire optreden bleef tot dusver onderbelicht. "Het duurde lang voordat er in de Nederlandse samenleving meer ruimte kwam om kritisch te reflecteren op deze episode, die zo slecht past bij het diepgewortelde rooskleurige nationale zelfbeeld."

    Eerder vandaag beantwoordden we in dit artikel al een aantal vragen over de studie.

    Volgens de onderzoekers overheerste bij de legerleiding en de Haagse politiek een koloniale attitude: men was ervan overtuigd dat de nationalisten nooit een onafhankelijke staat zouden kunnen leiden. Ook onderschatte men de wens van Indonesiërs om onafhankelijk te worden: nationalisten als Soekarno werden gezien zien als Japanse stromannen met weinig invloed.

    Bestuurders, "overtuigd van hun eigen superioriteit", lieten zich leiden door de koloniale wens van Nederland en het idee nodig te zijn in 'de Oost'. "De oorlog paste in een koloniale traditie van gewelddadige onderdrukking, racisme en exploitatie", schrijven de onderzoekers.

    'Mentale afstand'

    In Den Haag was naar nu duidelijk wordt veel meer bekend over de geweldplegingen dan opeenvolgende regeringen wilden toegeven, blijkt uit het onderzoek. Zo kreeg premier Drees er al in 1949 een rapport over in handen, maar dat werd niet breed gedeeld. Bij de officiële publicatie van het onderzoek verschijnt het document voor het eerst in druk.

    "Politici in Nederland, gesteund door hun aanhang, gaven weinig aandacht aan het extreme geweld en namen er in feite ook geen verantwoordelijkheid voor", concludeert het rapport. "Ze konden zich die houding veroorloven omdat er een breed maatschappelijk draagvlak was voor de oorlogvoering."

    "Bovendien werden zij in de samenleving, waaronder de media, nauwelijks kritisch gevolgd. De geografische, maar vooral de mentale afstand speelde hierbij een belangrijke rol."

    'Over de grens'

    Uit een analyse van krijgsraadvonnissen blijkt dan ook dat zogenoemd 'functioneel geweld' als het doden van krijgsgevangen, martelen tijdens verhoor of platbranden van kampongs haast nooit bestraft werd. Zelfs voor verkrachtingen of moorden "toonden de Nederlandse rechters uitermate veel begrip voor de militairen en hun positie en was er vooral oog voor militaire belangen".

    Precieze cijfers van slachtoffers blijven onduidelijk, omdat de administratie bewust slecht werd bijgehouden. Wel staat in het rapport dat de geschatte slachtoffercijfers voor zich spreken: onder de inheemse bevolking vielen zo'n 100.000 doden, terwijl er circa 5000 Nederlandse militairen sneuvelden.

    Hoewel de onderzoekers vinden dat een juridisch en politiek oordeel over het geweld niet aan hun is, zeggen ze dat het excessieve geweld ook onder de destijds geldende normen over de grens was.

    De volledige uitkomsten van het onderzoek worden morgen gepubliceerd. Bij expertisecentrum NIOD geeft de leiding van het onderzoeksteam dan een toelichting op de bevindingen.

    Nieuwsuur spreekt een in 1931 in Surabaya geboren oud-piloot met een Nederlands-Duitse vader en een Molukse moeder. En een Nederlandse veteraan die vrijwillig als marinier naar Indonesië ging om de Indonesiërs juist te helpen. "We deden ook goede dingen."

    3:28 Zie video in oorspronkelijke artikel

    'De waarheid over Indonesië verschuift, net als met slavernij'

    BEKIJK OOK

    Deel dit artikel:

    Gewijzigd op 2022-02-17 07:24:25
    handtekeningafbeelding
  • zondag 13 februari 2022 @ 09:23
    #8
    reactie op (#7) herman_dad

    Goedemorgen,  vervolg vorige art.: ONDERZOEK INDIE: VETERANEN BANG VOOR CONCLUSIES  of kan dit weer leiden tot 'juridische dwalingen' achteraf? De resultaten van de studie worden komende donderdag gepresenteerd. Met name bij veteranen en hun nabestaanden zijn er zorgen over hoe zij ruim zeventig jaar na dato in het onderzoek worden afgeschilderd.

    Zie en lees verder art. van NOS-NIEUWS Twitter (bron)

    NOS NIEUWS • BINNENLAND •BUITENLAND • GISTEREN, 13:24

    Zorgen bij veteranen over conclusies onderzoek naar dekolonisatie Indonesië

    Generaal Spoor onderscheidt een KNIL-militair in 1947 NEDERLANDS FOTOMUSEUM

    Een onderzoek naar de dekolonisatie van Indonesië in de periode 1945-1950 en het geweld dat daarbij aan Nederlandse kant is gebruikt, maakt nu al veel los bij betrokkenen. De resultaten van de studie worden komende donderdag gepresenteerd. Met name bij veteranen en hun nabestaanden zijn er zorgen over hoe zij ruim zeventig jaar na dato in het onderzoek worden afgeschilderd.

    Het gaat om veteranen van Nederlandse afkomst en om Molukkers, die aan de kant van Nederland vochten in het KNIL, het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger. Vanwege de gevoeligheid is er al voor de presentatie van de conclusies een zogeheten begeleidingsprogramma gestart om betrokkenen nu al te informeren en voor te bereiden.

    Excessen

    Rocky Tuhuteru is directeur van de stichting Pelita, die hulp biedt aan Indische Nederlanders en Molukkers in Nederland. Volgens hem zijn veel Nederlanders en Molukkers die na de Tweede Wereldoorlog vochten tegen de nationalisten die de onafhankelijkheid van Indonesië hadden uitgeroepen, bang dat ze worden beschuldigd van gewelddadige excessen of betrokkenheid daarbij. Ze zouden gezien kunnen worden als oorlogsmisdadigers. "Het beeld dat van hen is ontstaan, kan kantelen", zei hij in NOS Radio 1 Journaal.

    Stichting Pelita is een van de initiatiefnemers van het begeleidingsprogramma dat vanochtend werd afgetrapt met een livestream. Daarin werd gesproken met een KNIL-militair, iemand die het geweld als kind heeft meegemaakt en twee van de onderzoekers die bij de studie betrokken zijn. Belangstellenden konden vragen stellen.

    Het onderzoek heeft voluit Onafhankelijkheid, dekolonisatie, geweld en oorlog in Indonesië, 1945-1950. Het is gezamenlijk uitgevoerd door het Koninklijk Instituut voor Taal-, Land- en Volkenkunde (KITLV), het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH) en het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies.

    Het behandelt het geweld vanaf de uitroeping van de Republiek Indonesië op 17 augustus 1945, de chaotische periode in de jaren erna tot het einde van de oorlog (vroeger vaak politionele acties genoemd) in 1949. De resultaten worden gepubliceerd in een overzichtswerk, maar daarnaast in een reeks bundels waarin op deelvragen wordt ingezoomd.

    Het begeleidingsprogramma is een initiatief van Stichting Pelita, Nederlands Veteraneninstituut en ARQ Kenniscentrum Oorlog, Vervolging en Geweld.

    Volgens Tuhuteru voelden met name veel Molukse veteranen zich een groot deel van hun leven miskend. "Zij zeggen: wij zijn een oorlog ingestuurd die we niet konden winnen." Hij heeft zorgen om de beeldvorming, maar is ook benieuwd naar de resultaten. "Omdat ook voor mij veel niet bekend is. Ik wil ook weten wat er is gebeurd in de strijd tegen de Indonesische nationalisten."

    Volgens onderzoeker Fridus Steijlen (KITLV) is het onderzoek per se niet bedoeld om mensen "te labelen of te framen". Hij zegt dat vooral is geprobeerd om de context van het geweld te schetsen en verhoudingen duidelijk te maken. "Het onderzoek moet duidelijk maken waarom dingen gebeurd zijn, zoals ze gebeurd zijn."

    Mede-onderzoeker Esther Captain beaamt dat. "Het onderzoek wil antwoord geven op de vraag welk geweld er is gebruikt, maar ook wat dat heeft veroorzaakt en wat de impact ervan is geweest."

    Incidenteel of structureel?

    De laatste jaren is de aandacht voor de dekolonisatie van Nederlands-Indië sterk toegenomen. Lang was in de publieke opinie het beeld dat in die periode, die direct aansloot op de Tweede Wereldoorlog, onder Nederlandse vlag weliswaar geweld was gebruikt, maar dat dat incidenteel van aard was, en niet structureel. "De krijgsmacht als geheel heeft zich in Indonesië correct gedragen", luidde tientallen jaren het officiële regeringsstandpunt.

    Dat beeld is de afgelopen tijd gekanteld. De term 'politionele acties' waarmee de strijd lang, in verhullend taalgebruik, werd aangeduid is in onbruik geraakt. Er wordt nu gesproken van de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog.

    In 2016 verscheen het boek De brandende kampongs van generaal Spoor van onderzoeker Rémy Limpach. Hij toonde aan dat Nederlandse militairen structureel grensoverschrijdend geweld hebben gebruikt. Daarna besloot de regering geld uit te trekken voor een diepgaand onafhankelijk onderzoek naar de oorlog in Indonesië.

    "We moeten in de spiegel van ons eigen verleden durven kijken", zei minister Koenders van Buitenlandse Zaken toen.

    Bekijk hier een terugblik op de gebeurtenissen:

    5:00 Zie video in oorspronkelijke artikel

    Hoe Nederland in de Indonesische onafhankelijkheidsoorlog de wereld schokte

    BEKIJK OOK

    Deel dit artikel:

    handtekeningafbeelding
  • donderdag 25 november 2021 @ 08:23
    #7
    reactie op (#6) herman_dad

    Goedemorgen, NEDERLAND MARTELDE BALINEZEN TIJDENS ONAFHANKELIJKSOORLOG na de 2e W.O..... De martelingen en executies zouden tussen 1945 en 1949 hebben plaatsgevonden. Hoewel de Nederlandse regering eerder meermaals stelde dat Nederland zich in die periode "correct" had gedragen, schetst het onderzoek een ander beeld. Volgens Hoek "keken gezagdragers weg, deden mee, stimuleerden of gaven zelfs opdrachten om te martelen of te doden".

    Zie en lees verder art. van NOS-NIEUWS Twitter (bron)

    NOS NIEUWS • BINNENLAND •BUITENLAND • GISTEREN, 20:58

    'Nederland martelde Balinezen tijdens onafhankelijkheidsoorlog'

    Indonesische vlag wappert op Bali AFP

    Nederland heeft in de jaren 40 op Bali mensen gemarteld in gevangenenkampen. Ook werden Balinezen in kampen vermoord. Dat schrijfNu.nl op basis van onderzoek van historicus Anne-Lot Hoek. Het promotieonderzoek toont volgens de site voor het eerst aan dat Nederland een stelsel van martelkampen op het Indonesische eiland had.

    De martelingen en executies zouden tussen 1945 en 1949 hebben plaatsgevonden. Hoewel de Nederlandse regering eerder meermaals stelde dat Nederland zich in die periode "correct" had gedragen, schetst het onderzoek een ander beeld. Volgens Hoek "keken gezagdragers weg, deden mee, stimuleerden of gaven zelfs opdrachten om te martelen of te doden".

    De gevangenen zouden op zo'n 50 locaties zijn gemarteld. Het ging onder meer om gevangenenkampen, schoolgebouwen en politiebureaus. Volgens een Balinese overlevende hebben Nederlandse beveiligers bijvoorbeeld sigarettenpeuken in zijn huid uitgedrukt.

    Nederlands-Indië

    De Nederlandse kolonie Nederlands-Indië werd in de Tweede Wereldoorlog door Japan bezet. Twee dagen na de Japanse capitulatie, in 1945, riep de Indonesische strijder Soekarno de onafhankelijkheid uit.

    Nederland probeerde met veel militair geweld het gezag te herstellen, maar moest dat vier jaar later onder grote internationale druk opgeven. In 1949 droeg het de soevereiniteit over aan de regering van Soekarno.

    Uit eerder onderzoek was al gebleken dat in het voormalige Nederlands-Indië structureel massageweld werd gebruikt door Nederlandse militairen. Dat gebeurde met medeweten van de politieke en militaire leiding in Den Haag en Batavia.

    In een reactie op het onderzoek van Hoek zeggen de ministeries van Defensie en Buitenlandse Zaken tegen Nu.nl dat ze een definitief oordeel over het handelen van het Nederlandse leger in Nederlands-Indië afwachten tot de resultaten van een ander onderzoek verschijnen. Dat groots opgezette onderzoek wordt uitgevoerd in opdracht van de Nederlandse regering zelf. Het rapport wordt over een paar maanden verwacht.

    BEKIJK OOK

    Deel dit artikel:

    handtekeningafbeelding
  • vrijdag 08 oktober 2021 @ 09:01
    #6
    reactie op (#5) herman_dad

    Goedemorgen, HERDENKING KOMST MOLUKKERS NAAR NL, vandaag 70 jaar geleden, afgelast. Dit roept in verschillende kringen grote vragen maar ook weer onnodige wrevel op? Reden is tweespalt en bedreigingen binnen de Molukse gemeenschap. Maar er wordt wel een nieuwe poging gedaan om opnieuw te organiseren.

    Zie en lees verder art. van NOS-NIEUWS Twitter (bron)

    UPDATE dd 27-10-21 08.00 uur: 

    UPDATE 17-10-21 09.00 uur: 

    NOS NIEUWS • BINNENLAND • GISTEREN, 21:01

    Afgelaste herdenking Molukse komst naar Nederland doet veel stof opwaaien

    POLYGOON

    Er komt een nieuwe poging om een landelijke herdenking te organiseren voor de komst van ruim 12.000 Molukkers naar Nederland, nu 70 jaar geleden. Dat evenement zou vandaag gehouden worden, maar werd afgelast omdat het tot tweespalt en bedreigingen binnen de Molukse gemeenschap leidde.

    Een petitie tegen de herdenking werd door enkele duizenden tegenstanders ondertekend. Zij willen dat niet alleen de aankomst 70 jaar geleden, maar de hele geschiedenis van Molukkers in Nederland wordt herdacht.

    Speciale boodschap

    Demissionair premier Rutte zou aanwezig zijn bij de herdenking. Volgens initiatiefnemer Nathalie Toisuta zou hij een 'groot gebaar' maken en met een 'speciale boodschap' komen. Ze zegt in overleg te blijven met het ministerie van Algemene Zaken, omdat ze de aanwezigheid van Rutte belangrijk vindt. De minister-president juicht het volgens haar toe om meer tijd te nemen voor een breder draagvlak.

    Rutte wil volgens Toisuta de eerste en tweede generatie Molukkers bij de herdenking toespreken in aanwezigheid van een zo groot mogelijke vertegenwoordiging van hun nazaten. "Persoonlijk hoop ik op excuus of erkenning voor wat Nederlanders in de 70 jaar van onze aanwezigheid hebben gedaan en nagelaten."

    Op 21 maart 1951 kwamen de eerste van 12 schepen aan met in totaal ruim 12.000 Molukkers. Zij hadden aan de zijde van Nederlandse troepen gevochten tijdens de koloniale oorlog tegen Indonesië. Na de onafhankelijkheid werden ze overgebracht naar Nederland. De Molukkers werden ondergebracht in barakken en voormalige concentratiekampen van de nazi's, ontslagen uit het leger zonder betaling van achterstallige soldij en werden aan hun lot overgelaten.

    De onrust leidde tot bedreigingen aan het adres van Nathalie Toisuta. Zij wil nu eerst gesprekken voeren met belangenorganisaties om te horen wat zij missen en welke ideeën er leven voor een herdenking.

    De weerstand en de persoonlijke bedreigingen hebben er volgens haar flink ingehakt. Ze heeft aangifte gedaan bij de politie. "Maar we moeten ook kijken wat er onder die bedreigingen zit. En dan zien we dat de jongere generatie die pijn van de eerste generatie nog in zich heeft. Dat vertaalt zich in boosheid en agressie."

    Dat zegt ook Jeftha Pattikawa, een van de ondertekenaars van een petitie tegen de herdenking, die door enkele duizenden tegenstanders is ondertekend. "Veel jongeren zeggen: onze geschiedenis is groter dan de aankomst van deze schepen. Het wordt niet verteld op scholen, in musea, en is moeilijk te vinden in archieven. De redenen van ons vertrek, de rol van het Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger en de nasleep, dat we in barakkenkampen werden opgevangen, waar werkloosheid en drugsmisbruik was. Wij zijn hier omdat de Nederlanders daar waren."

    Onder de eerste generatie Molukkers, die vanaf 1951 in Nederland aankwam, is juist teleurstelling over het uitstellen van de herdenkingsbijeenkomst. Bob Latuheru (78) uit Vlissingen kwam als 8-jarige samen met zijn ouders aan in Rotterdam. "We werden ondergebracht in kampen, kregen de eerste maanden geen school, spraken de taal niet. Maar we dachten dat we binnen een jaar terug zouden gaan," herinnert hij zich.

    Bob snapt de onenigheid wel, maar heeft zelf goede herinneringen aan de tocht naar Nederland:

    1:55 Zie video in oorspronkelijke artikel

    Tocht naar Nederland 'was voor ons een geweldige ervaring'

    "Mijn ouders hebben een moeilijke tijd gehad. Het was een teleurstellende periode en dat heeft veel woede veroorzaakt. En een permanent verlangen om terug te gaan." Daarom vindt hij dat de herdenking vandaag door had moeten gaan. "De geschiedenis moet bekend blijven. We zijn nu 70 jaar verder en moeten de ervaringen anders bekijken. Deze herdenking is een goed initiatief om de herinnering levend te houden."

    Nationaal monument

    Initiatiefnemer Toisuta ziet nog steeds mogelijkheden om begin volgend jaar alsnog een herdenkingsbijeenkomst te houden, in aanwezigheid van Rutte. Of dat op de datum van de aankomst van het eerste schip op 21 maart zal zijn, is onduidelijk.

    Andere organisaties onder leiding van het Moluks Historisch Museum zijn bezig met een jaarlijkse herdenking van de overtocht van de Molukkers vanaf 21 maart 2022. Dan moet er bij de Lloydkade in Rotterdam een nationaal monument komen, waarvoor inmiddels meer dan 52.000 euro is ingezameld door de Molukse gemeenschap.

    Voorzitter Kaja Sariwating van het museum: "Dat monument gaat er volgend jaar zeker komen. En hoe de dag er verder uit gaat zien moeten we onderzoeken. Het is goed dat het plan voor een herdenking vandaag is uitgesteld. Wij hebben allemaal als doel om tot erkenning van het Molukse leed te komen. Maar dat moeten we niet doen zonder de hele gemeenschap erbij te betrekken."

    BEKIJK OOK

    Deel dit artikel:

     

    Gewijzigd op 2021-10-27 08:46:52
    handtekeningafbeelding
  • woensdag 02 juni 2021 @ 00:16
    #5
    reactie op (#4) herman_dad

    Goedemorgen, OOK IN HOGER BEROEP IS DE SCHADEVERGOEDING AAN NABESTAANDEN 2 MOLUKSE KAPERS  DOOR DE STAAT AAN FAMILIELEDEN afgewezen. De Staat treft geen schuld doordat de rechter vindt dat betrokken mariniers niet met opzet hadden gedood. 

    Zie en lees verder art. van NOS-NIEUWS Twitter (bron)

    AANVULLING 12-9-21: 

    NOS NIEUWS • BINNENLAND • VANDAAG, 14:26 • AANGEPAST VANDAAG, 16:32

    Treinkapers De Punt niet in koelen bloede gedood, schadevergoeding nabestaanden afgewezen

    ANP

    De Nederlandse staat is niet aansprakelijk voor het doodschieten van twee Molukse treinkapers bij De Punt, in 1977. De staat hoeft nabestaanden van de kapers daarom geen schadevergoeding te betalen. Dat is het oordeel van het gerechtshof in Den Haag in een zaak die door nabestaanden van de kapers was aangespannen.

    Volgens het hof zijn er geen aanwijzingen dat de mariniers die de trein bij De Punt bestormden de kapers Max Papilaja en Hansina Uktolseja in koelen bloede hebben doodgeschoten. Beiden stierven in de trein.

    Kogel van buitenaf

    Het hof heeft niet kunnen vaststellen dat Papilaja is gedood door een kogel die een marinier in de trein in zijn richting heeft afgeschoten. Hij kan ook zijn overleden door een kogel die van buitenaf de trein is binnengedrongen en daarna Papilaja heeft geraakt. Ook andere omstandigheden wijzen niet op een koelbloedige executie van Papilaja.

    Uktolseja werd door een marinier in de trein doodgeschoten toen ze al gewond was en geen gevaar voor de marinier vormde. Het hof acht het aannemelijk dat deze marinier dat niet wist. Hij heeft verklaard dat zijn helm geraakt werd door een kogel uit de richting waar Uktolseja later lag. Toen hij een menselijk beweging zag, schoot hij terug, heeft hij gezegd.

    Bij het ingrijpen door het leger, op 11 juni 1977, kwamen twee gegijzelde passagiers en zes van de negen treinkapers om het leven, onder wie Papilaja en Uktolseja. Hun nabestaanden hielden vol dat de twee destijds niet doodgeschoten hadden hoeven worden, maar aangehouden hadden moeten worden.

    Geen gevaar

    Advocaat Liesbeth Zegveld wees er namens de nabestaanden op dat de twee bij de inval geen gevaar meer vormden omdat zij zwaargewond waren. Bij de beschietingen die voorafgingen aan de inval, waren zo'n 15.000 patronen pantsermunitie op de trein afgevuurd. Daaruit hadden de mariniers kunnen opmaken dat de kapers niet langer een gevaar vormden, redeneerde Zegveld.

    De landsadvocaten brachten daar onder andere tegenin dat de kapers zwaar bewapend waren en een ultimatum hadden afgegeven. Dat droeg eraan bij dat de mariniers verwachtten in een gevaarlijke situatie te komen. Daarnaast hadden zij voorafgaand aan de bevrijdingsactie van bovenaf geen opdracht gekregen om de kapers te doden, zo concludeerde de rechtbank al in 2018. De mariniers waren geïnstrueerd om de gegijzelden te beschermen.

    Hier een terugblik op de Molukse treinkaping bij De Punt in 1977:

    3:48 Zie video in oorspronkelijke artikel

    Terugblik op de Molukse treinkaping bij De Punt in 1977

    De zaak tegen de Nederlandse staat liep al sinds december 2015. Het vonnis in juli 2018 volgde na een aantal eerdere tussenvonnissen. Zo oordeelde een rechter in februari 2017 dat het met geweld beëindigen van de treinkaping 'noodzakelijk' was.

    Een uitgeschreven transcriptie van geluidsopnames van mariniers die de trein bestormden, beluister je hier:

    2:02 Zie video in oorspronkelijke artikel

    'Ga liggen, op je platte bek'

    BEKIJK OOK

    Deel dit artikel:

    Gewijzigd op 2021-09-12 13:33:03
    handtekeningafbeelding
  • dinsdag 13 april 2021 @ 00:38
    #4
    reactie op (#3) herman_dad

    Goedemorgen, DE MOLUKSE GEMEENSCHAP WIL DE MOLUKSE VLAG TERUG die destijds bij de beeindiging van de treinkaping bij De Punt door de mariniers is 'buitgemaakt'.  Deze is momenteel in het Mariniersmuseum in Rotterdam.

    Zie en lees verder art. van NOS-NIEUWS Twitter (bron)

    De trein bij De Punt met voorop de RMS-vlag NATIONAAL ARCHIEF/HANS PETERS

    NOS NIEUWS • BINNENLAND • GISTEREN, 18:55

    RMS wil Zuid-Molukse vlag terug die mariniers bij kaping De Punt meenamen

    De regering van de niet-officieel erkende Republiek der Zuid-Molukken (RMS) wil de Zuid-Molukse vlag terug die in 1977 op de gekaapte trein bij De Punt hing. Dat schrijft RMS-president John Wattilete in een brief aan demissionair premier Rutte.

    Een groep Zuid-Molukkers kaapte in 1977 de intercity Assen-Groningen en zette hem stil bij de Drentse plaats De Punt. Ze namen tientallen passagiers in gijzeling en eisten de vrijlating van medestanders en dat de Nederlandse regering zich zou inzetten voor een onafhankelijke Zuid-Molukse republiek.

    Op verzoek van de kapers gaf een bemiddelaar van de RMS hun een Zuid-Molukse vlag in bruikleen. Die werd op de trein geplaatst. Bijna een week later bestormden mariniers de trein, waarbij twee passagiers en zes kapers omkwamen. De vlag ligt volgens Wattilete nu in het Mariniersmuseum in Rotterdam.

    Het spreekt voor zich dat de RMS-vlag niet thuishoort in het Mariniersmuseum, schrijft Wattilete. "De vlag dient te worden gerestitueerd aan de rechtmatige eigenaar, te weten de Republiek der Zuid-Molukken."

    Graf Chris Soumokil

    In dezelfde brief vraagt Wattilete de Nederlandse regering om alsnog bij Indonesië na te gaan waar Chris Soumokil begraven ligt. Deze tweede president van de RMS werd in 1966 door het Indonesische leger geëxecuteerd. De plaats van zijn graf is tot op de dag van vandaag geheim.

    "De naaste familieleden van mr. dr. Soumokil - zijn echtgenote en zoon - maar óók het Zuid-Molukse volk hebben het recht te weten waar hij begraven is", schrijft Wattilete.

    In 2010 spande de RMS voorafgaand aan een staatsbezoek van de toenmalige Indonesische president Yudhoyono een kort geding aan tegen de Nederlandse staat. Wattilete wilde de president laten oppakken, omdat hij RMS-aanhangers zou hebben laten opsluiten en martelen.

    De landsadvocaat heeft toen toegezegd dat de Nederlandse regering "de kwestie van de laatste rustplaats" ter sprake zou brengen, zegt Wattilete. Het staatsbezoek ging uiteindelijk niet door, omdat Yudhoyono het kort geding als een belediging en miskenning van de nationale trots van Indonesië opvatte.

    Schadevergoeding

    Bij het gerechtshof in Den Haag loopt een hoger beroep van nabestaanden van omgekomen treinkapers van De Punt. Ze vinden dat de kapers moedwillig zijn geëxecuteerd en willen een schadevergoeding van de staat.

    De rechtbank oordeelde in 2018 dat de staat niet verantwoordelijk is voor hun dood.

    Bekijk de video hieronder voor een terugblik op de treinkaping in 1977:

    Zie video in oorspronkelijke artikel

    3:48

    Terugblik op Molukse treinkaping bij De Punt in 1977

    BEKIJK OOK

    Deel dit artikel:

    handtekeningafbeelding